Coen is een jongen van 13 jaar met PPD-NOS en stemmingswisselingen. Coen zit op het VWO met een leerlinggebonden budget. Hij woont thuis samen met vader, moeder, broer van 15 en zusje van 9. Vader werkt en moeder zorgt voor het huishouden en het gezin. Moeder is door de gezinssituatie reeds overbelast en heeft bovendien zelf in lichte mate ook een persoonlijkheidsstoornis. Coen is normaal begaafd. Er is op 5-jarige leeftijd PDD-NOS gediagnosticeerd door een jeugdpsychiater van een GGz-instelling. Hij heeft via deze organisatie een psycho-motorische training en een sociale-vaardigheidstraining gevolgd. De ouders zijn intensief begeleid door de instelling. De ouders kunnen echter onvoldoende het gedrag bijsturen. Ook de trainingen missen het gewenste effect. De ouders raken zwaar overbelast en crisis op crisis vinden plaats binnen het gezin. Coen is erg agressief en met name de moeder en het zusje moeten het ontgelden. Er is sprake van zowel verbaal als lichamelijk geweld van de zijde van Coen. Hij laat zich op deze momenten niet bijsturen. Ook kan Coen in en in verdrietig in zijn bed liggen huilen. De stemmingswisselingen hebben te maken met onvoorspelbare zaken die Coen triggeren. Een vieze mond kan al de oorzaak zijn van agressie. Een video-home-training wordt gestart om met name de ouders handvatten te geven om hem bij te sturen. Beloningssystemen werken niet en de reguliere instelling heeft geen andere vormen van hulp meer in de aanbieding. Er wordt gewezen op het pgb. Ouders vragen een indicatie aan en krijgen ook een indicatie. Inmiddels is bij de overdracht van de kinderpoli naar de jeugdpoli de diagnose PDD-NOS bevestigd. Coen is op school als een schaduw. De leerkracht weet nauwelijks of Coen er wel of niet is als het gaat om de gestructureerde lessen. Maar tijdens de vrije momenten (dit was op de basisschool tijdens bijvoorbeeld de gymles, handenarbeid, muziek en de pauze) is Coen op zichzelf aangewezen. De onderwijzer probeert hem te sturen maar Coen heeft op deze momenten één-op-één-begeleiding nodig om tot actie te komen. Het leerlinggebonden budget is niet toereikend en ook voor deze momenten wordt een indicatie aangevraagd. Dit wordt eveneens geïndiceerd met behulp van de werkinstructie ‘AWBZ-zorg in het onderwijs’. Coen kan op deze wijze op school blijven. Juist omdat Coen zich als een schaduw gedraagt, worden de frustraties zo opgebouwd dat hij zodra hij thuis is ontploft. Dit moeten zijn moeder en zusje dan bezuren. Het geeft zo'n spanning thuis dat het voortdurend escaleert. Het zusje gaat ontwijkend gedrag vertonen en krijgt van het negatieve gedrag van Coen en de negatieve uitlatingen aan haar adres ook zelf problemen met geloof in zichzelf. Zij wordt erg onzeker. De ouders laten Coen eenmaal in de maand logeren en laten hem elke vakantie meegaan op een speciaal kamp voor autisten en kinderen met aanverwante stoornissen. Hier doet hij mee aan georganiseerde activiteiten en wordt er ook met hem één-op-één gewerkt als hij dit nodig heeft. Verder wordt er een psychologe ingehuurd voor 12,5 uur per week.

1. Beginsituatie
   Coen kan op deze wijze op school blijven. Juist omdat Coen zich als een schaduw gedraagt, worden de frustraties zo opgebouwd dat hij zodra hij thuis is ontploft. Dit moeten zijn moeder en zusje dan bezuren. Het geeft zo'n spanning thuis dat het voortdurend escaleert. Het zusje gaat ontwijkend gedrag vertonen en krijgt van het negatieve gedrag van Coen en de negatieve uitlatingen aan haar adres ook zelf problemen met geloof in zichzelf. Zij wordt erg onzeker. De ouders laten Coen eenmaal in de maand logeren en laten hem elke vakantie meegaan op een speciaal kamp voor autisten en kinderen met aanverwante stoornissen
   A = Coen richt zijn agressie vaak op zijn moeder en zusje. Hij wordt dan boos op hen en schopt en gooit met spullen
   B = Coen weet dat hij niet mag schoppen en met spullen mag gooien
   C= Coen wordt aangesproken op zijn gedrag en er wordt verteld wat anders gekund had.
2. Probleem formuleren
   Coen is vaak agressief en daardoor niet handelbaar in huis! Zijn ouders en zijn zusje ondervinden hier last van
3. Doel formuleren
   Binnen een periode van een half jaar moet zijn gedrag zichtbaar vooruit zijn gegaan!
4. Uitvoeren
   Coen krijgt één-op-één begeleiding en zal oefeningen gaan doen waarin hij leert omgaan met het feit dat hij PDD-NOS heeft. Thuis moet hij eerst met zijn ouders gaan praten over wat er allemaal op school gebeurt is, dit zou hem kunnen helpen met het verwerken van de prikkels die hij die dag heeft opgedaan.
5. Evaluatie
   Na een half jaar bekijken we of de interventie het gewenste resultaat heeft. We gaan dan met de begeleider en de ouders om tafel zitten om te spreken wat wel en niet goed ging en hoe we tegen die tijd verder gaan.