Het sociaal competentiemodel

 

Een andere manier van werken:

Als je jongeren/kinderen wilt helpen bij hun ontwikkeling, zijn er bepaalde manieren om dat te doen. Een jongere moet bijvoorbeeld een vermogen ontwikkelen. Als iemand bijvoorbeeld te laat thuis komt. Hoe ga je daarop reageren? Word je boos? Laat je het gaan? Je kunt tegen hem gaan schreeuwen, maar je kan ook zeggen dat je blij bent dat hij weer thuis is en dat je ongerust was. De zelfde avond zou je er nog over kunnen verder praten, maar je kan het ook afwachten tot de volgende dag. Met het sociaal competentiemodel is er per persoon een verschillende methode om te gebruiken of om een eigen behandelwijze ervan te maken.

 

Ontwikkelingstaken:

Het sociaal competentiemodel is een methode die je kunt gebruiken in een woonomgeving voor dag en nacht hulpverlening. Deze methode kijkt verder naar de uitgangspunten dat kinderen bepaalde ontwikkelingstaken in hun leven moeten volbrengen. Dat kunnen verschillende taken zijn zoals: ‘vriendjes maken’, ‘samen spelen’. Ook dit verschilt per leeftijdsfase.

 

Vaardigheden:

Om een ontwikkelingstaak te ontwikkelen is het de bedoeling dat je beschikt over een bepaalde vaardigheden. Voorbeeld: om nieuwe contacten te leggen moet je beschikken over sociale vaardigheden. Wanneer kinderen deze taken in hun leven goed vastleggen is er een grotere kans dat ze later in hun leven evenwichtig zijn.

 

Hoe werkt het sociaal competentiemodel?

Met het sociaal competentiemodel (SCM) proberen we kinderen te helpen vaardigheden te leren die zij nog missen. We doen zit door de kinderen positief te bekrachtigen en negatief gedrag te negeren.

Vervolgens geven wij de kinderen een alternatief voor het negatieve gedrag. Dit doen we doen we door hem hun erover te praten en samen doelen op te stellen. Wat heel erg belangrijk is in deze methode, is de manier waarop je kinderen feedback gaat geven. Vaak zijn mensen snel geneigd om alleen op negatief gedrag feedback te geven. Het SCM maakt duidelijk dat we dit anders moeten aanpakken. Je kan bijvoorbeeld eerst contact maken door het naam van het kind te noemen of door oogcontact met hun te maken. Vervolgens ga je feedback op positieve punten geven. Dit kan je doen op meer manieren doen. Daarna kan je een voorbeeld geven voor verbetering. Bijvoorbeeld: ‘’Je bent al een heel eind op weg. In je volgende verslag zou ik deze puntjes nog meenemen, want dan heb je een geweldig verslag!’’. Zo praat je niet over wat niet goed gaat en wat allemaal ontbreekt, maar wat hij/zij de volgende keer eraan kan toevoegen waardoor het nog beter word. Niemand vind het leuk om te horen wat hij niet goed kan, het is daardoor veel leuker om te horen wat goed gaat.

 

http://www.factor-e.nl/saw/images/stories/Mondriaan/05275/Bijlage%20Het%20Sociaal%20competentiemodel.pdf